Werelddoelen lokaal niveau
Werelddoelen uitgewerkt voor Horst aan de Maas
Een einde aan extreme armoede, ongelijkheid, onrecht en klimaatverandering. Dat is de kern van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s).
De 193 lidstaten van de Verenigde Naties (VN) hebben deze ontwikkelingsagenda voor 2015 – 2030 vastgesteld. De agenda bestaat uit 17 doelen. Deze SDG’s heten voluit de Sustainable Development Goals maar worden vaak afgekort naar SDG’s. Zij gelden in alle landen en voor alle mensen.
Horst is een gemeente met een agrarisch karakter:
1. Geen armoede: De intensieve veehouderij draagt op directe wijze bij aan het vergroten van de armoede.
3. Goede gezondheid en welzijn: De intensieve landbouw trekt een zware wissel op onze gezondheid doordat bij de teelt van landbouwgewassen en het houden van dieren CO2, methaan en lachgas vrijkomen.
5. Geslachtsongelijkheid: De armoedespiraal treft vrouwen en meisjes het hardst.
11. Verantwoorde consumptie en productie: De intensieve veehouderij doet de negatieve werking toenemen van die factoren die een duurzaam leefklimaat in de weg staan.
13 Klimaatactie: Door te kiezen voor een verantwoorde en duurzame productie van ons voedsel kunnen we de opwarming van de aarde matigen.
15 Leven op het land: de productie van veevoer; soja in het buitenland en maïs lokaal gebeurt in monocultuur die een groot beslag legt op natuurlijke hulpbronnen en zorgt voor o.a. uitdroging en verzuring van de bos en heidegebieden in onze gemeente en afname van de biodiversiteit.
De wijze waarop in Horst aan de Maas de industriële wijze van dieren houden nog almaar uitbreidt, daarbij vragen wij ons in alle ernst af, zijn de bestuurders en de producenten bij de negatieve mondiale gevolgen van dit lokale handelen niet tot bewustzijn gekomen of misschien niet tot bewust zijn mogen komen of dat het hen misschien wel worst zal wezen.
Toelichting:
Het kunnen mesten van dieren in de intensieve, industriële dierhouderij is afhankelijk van voedselimport. Dat voedsel wordt verbouwd ten koste van de leefwereld van Inheemse Volkeren in dit geval van de Indianen waardoor deze in een neergaande armoede spiraal terecht komen. Het leidt tevens tot grootschalige ontbossing met toename van erosie, eenzijdige uitputting van de bodem, het teloor gaan van de biodiversiteit, toename CO2 uitstoot, gezondheidsrisico’s van de burgers in onze eigen omgeving door toenemende resistentie van ziekteverwekkende micro-organismen, vervuiling van oppervlaktewater, bodem en grondwater. Bovendien en ook dat nog: De wijze van dieren houden in de intensieve, industriële dierhouderij heeft het dier gemaakt tot een industrieel product.
Oproep aan de bestuurders van Horst aan de Maas:
Niet nog meer. Het is al veel te veel.
Het doet alle andere inspanningen om positief bij te dragen aan het realiseren van de millenniumdoelen, qua impact, in het niet verdwijnen.
Ad 8. Fair Trade producten nemen nog steeds een niche positie in maar het aanbod breidt zich uit. Faire prijzen betalen aan producenten in het Zuiden geeft bestaanszekerheid en draagt hij aan het terug dringen van de armoede, komt gelijke kansen voor mannen en vrouwen ten goede.
Bewustwordingsactiviteiten
Vrouwen worden vaak onderbetaald bij gelijk werk. Wij brengen de inspanningen van de Schone Kleren Campagne in dit verband onder de aandacht.
Benaderen burgers en kinderen interactief met hele concrete in het dagelijks leven toe te passen gedragsinspanningen. Gedragsinspanningen die leiden tot :
CO2 reductie, besparing van water, vermindering van afval en verbruik van energie, respect voor geproduceerd voedsel meer waarde toekennen, je buiten fruitig maken, kopen uit de streek, eten wat het seizoen voortbrengt, een truitje meer en de verwarming een graadje lager, meerwaarde toekennen aan Fair Trade en biologisch verbouwde producten, gebruik van de fiets als het effe kan en last but not least: als het effe kan: Een onsje minder en vaker zonder( vlees ). En overheid ook in deze: Geef het goede voorbeeld.
De vervuiler betaalt
Leef op Safe Horst aan de Maas levert een bijdrage aan de discussie: “De ecologische aanslag van producten dient verrekend te worden in de prijs”. Hoe meer een product vervuilt hoe hoger de prijs. Hoe minder een product vervuilt hoe lager de prijs.
Deze discussie laait landelijk telkens weer op maar de politieke vertaling laat nog op zich wachten.